In de naam van de vrouw

Lang voor onze trouwdag wist mijn vrouw dat ze haar eigen achternaam zou houden. Voeren zeggen ze in kringen van de burgerlijke stand. Ze zag geen goede reden om de naam van mijn familie erbij te nemen en dat kon ik begrijpen. Ik accepteerde ook niet klakkeloos haar spullen en banksaldo als gezamenlijke boedel. Bij elke overname is voorzichtigheid geboden. Voor je het weet huw je het paard van Troje.

Nu blijkt uit verschillende onderzoeken[1] dat mijn vrouw als assertiever en ambitieuzer wordt gezien dan vrouwen die de traditie volgen en bij een huwelijk de achternaam van hun partner aannemen. Tenminste, dat is de perceptie. Mijn vrouw vertoont wenselijk geëmancipeerd gedrag. Maatschappelijk wenselijk sinds de tweede, derde of vierde feministische golf, ik ben de tel kwijt. Of zij daadwerkelijk assertiever en ambitieuzer is zal uit ander onderzoek moeten blijken.

Haar keuze zegt ook iets over mij, haar echtgenoot. In de ogen van buitenstaanders zijn mijn vrouwelijke trekken de mannelijke de baas. Wat het verschil is durf ik niet te zeggen, lees de publicatie van het onderzoek uit 2017 in vakblad Sex Roles. Maar volgens de Amerikanen krijg ik minder macht in onze relatie toebedeeld dan wanneer mijn vrouw mijn achternaam wel had overgenomen.

            Ik herinner me nog goed waar we de casus bespraken, dat was ruim twintig jaar geleden in een Bangkoks café. Half dronken van mijn huwelijksaanzoek en helemaal van vier glaasjes Jägermeister vroeg ik: ‘Wat wil je lief, mijn familienaam overnemen en je ambities opgeven? Of met jouw Duits klinkende achternaam die baan inkoppen en samen met mijn vrouwelijke trekken ons huwelijk domineren?’ Die keuze was snel gemaakt.

Mijn mannelijke trekken hadden daar toen belang bij, geef ik toe. Vrienden vonden dat ik in onze relatie de broek aan had. Regelmatig opperde ik dat ze een avondje alleen met mijn (toen nog) vriendin moesten discussiëren of samen een tent opzetten; ze zouden kennismaken met dominantie van de koppige soort. Maar dat veranderde hun beeld niet. Ik was het baasje. Een huwelijk, zo veronderstelde ik, zou de macht van die perceptie breken. Als kind was het me opgevallen dat een huwelijk van baas kon veranderen. Naarmate mijn moeder ouder werd, stelde ze zich dominanter op en schikte mijn vader in. En ook in historisch opzicht was het instituut een samenleefvorm gebleken waarbinnen de sexen konden groeien in hun rol, ondanks terechte kritiek op een te traditionele taakverdeling. Kortom, ik voelde kracht en mentaal evenwicht. Dat mijn vrouw haar familienaam aanhield was een gunstig teken; het kon niet anders of die keuze zou positief op mij afstralen.

Ik kreeg gelijk. Maar niet in het buitenland. Op luchthavens zorgde de familienaam in haar paspoort voor verwarring. ‘Zijn jullie wel getrouwd?’ vroeg een Italiaanse immigratiebeambte. Op de bladzij naast zijn vinger stond in een minuscuul font Spouse of Sakko, maar daar viel juist sigarettenas op. Hij besloot haar personalia na te trekken. Wat even ging duren, zodat ik Sardijnse hartstocht voelde opborrelen. ‘Signore, uw vermoeden is juist,’ zei ik. ‘Wij zijn niet getrouwd, we wonen pas vijftien jaar samen. In Europa.’ Die toevoeging was een noodgreep, geef ik toe. Met een misprijzende blik dirigeerde hij ons naar de aankomsthal.

Dat is het lot van de ge-evrouwcipeerde man. Naast machtsverlies in het huwelijk wordt hij op luchthavens geconfronteerd met gezichtsverlies. Mijn vrouw en haar familienaam verwierven dankzij dit voorval de heldenstatus.

In goed overleg kreeg onze zoon mijn familienaam. Om praktische redenen. Niet praktisch genoeg bleek op de luchthaven van Melbourne, want we kwamen Australië niet in. Hij stond met míjn achternaam in háár paspoort. ‘Onder de verkeerde familienaam,’ verduidelijkte de immigratiebeambte. Mij, de vader, bekeek hij met een mengeling van afkeer en medelijden. Het koste ons diplomatiek vernuft en overredingskracht (mannelijk?) om alsnog zijn land binnen te komen. Toen we bij de bagageband stonden, zwoer mijn vrouw dat ze mijn familienaam erbij zou nemen. Wat bij thuiskomst gebeurde. ‘Uit solidariteit met mijn mannen,’ verduidelijkte ze bij de aanvraag op het gemeentehuis.

Bepaalde onderzoekers zullen stellen dat zij een deel van haar macht inlevert. Of dat mijn mannelijke trekken de vrouwelijke alsnog domineren. Oud-hoofdredacteur van het opinieblad Opzij, Irene de Bel, verweet mijn vrouw luiigheid – ”Het zijn toch bepaalde types die dat doen.” Waarop mijn vrouw terug sneerde: ‘Inderdaad, van bepaalde types moeten zelfstandige vrouwen niets hebben!’

Onderschat het tactische voordeel van twee familienamen niet. Per gelegenheid weegt mijn vrouw af welke achternaam ze gebruikt. Als onze zoon hetzelfde doet, is de machtsbalans in het gezin volstrekt zoek. We overwegen nu om een procedure aan te spannen bij het Europese Hof inzake de onvoorziene neveneffecten van gestapelde familienamen.

Op de schouders van generaties kijk je naar het verleden, gaat de uitdrukking. Wat mij betreft zetten we alle voor- en nadelen van familienamen eerst op een rij voor kinderen en kleinkinderen hun achternaam kiezen.

[1] Onder meer dat gepubliceerd in vakblad Sex Roles, 2017

Year
2017
Category